Net las ik een stukje in de Cobouw over vijf essentiële veranderingen om circulair te bouwen. Het artikel kopt: ‘Rol van de sloper verdwijnt’
Allemaal prima en natuurlijk waar. Maar het zijn vooral visies van mensen ‘langs de randen van het systeem’. Een aanpak die gaat leiden tot werkelijke verandering van de bouw zal daarentegen van binnenuit moeten komen. Verder vormt - hier maar ook in diverse andere stukjes die ik lees over ‘vernieuwing van de bouw’ - de aanleiding een praatclub, een ronde tafel of een zoveelste conferentie. Slechts zelden is er sprake van een integrale visie, of concrete innovaties die raken aan de organisatie van de bouw als geheel.
"Culture follows structure follows strategy"
Een paar noties: Is er in de bouw al iets als een ‘transitiefonds’, een fonds waarin alle bouwpartijen een substantieel deel van hun omzet investeren? Heeft ‘de bouw’ al geïnvesteerd in de oprichting van een ‘transitieorganisatie’; een regieclub met het mandaat om alle plannen waaraan de verschillende bouwclubs de afgelopen jaren werkten, ook daadwerkelijk te implementeren? In hoeverre werken de overheid en de sector verder al ‘eendrachtig samen’ aan de noodzakelijke ruimte voor innovatie? Of werken de partijen nog steeds met de traditionele verificatielijstjes en systemen die gaan piepen als er iets niet goed gaat?
Is dat relevant? Ik denk het wel. Mijn beeld is namelijk, dat de ingewikkelde en systemisch georganiseerde ‘klant-leveranciers-verhouding’ waarachtig samenwerken in de bouw in de weg staat. Alle goede bedoelingen ten spijt: als de organisatie van de bouw en het functioneren van de bouw als geheel niet worden meegenomen, heeft het praten over persoonlijke visies, plannen en intenties niet zo veel zin. Zie het maar als het optrekken van de muren. Dat heeft ook alleen zin als de fundamenten gedegen zijn gelegd.
Comments